donderdag 9 april 2009

Zware kreten zuchten tegen de muren op




De hemel is tergend langzaam

Het gesternte van de toegangspoorten

De kristallen opening heeft grote vragen

Tuimelend in de paradoxale zorgen

Daar drijft de schimmel van de kleverige angst

De ruimte stuitert van boven naar beneden

In vage schetsen van de regenboog

De lijnen glimlachen teder in de mogelijke dans

Het oranje vierkant op de wankele tafel

Draagt de fles in de narcose van de morgen

Rook verheft zich

Uit de as van glas

De nerven van de gedachte

Landen op de zachte aard van de stilte

De Geliefde slaat haar armen

Om de donkere kamer van zijn hart

Zware endogene kreten zuchten

Tegen de verweerde muren

Het stroomt in kille regenvlagen

Door de aangesproken nacht

Hete sterren zwijgen in lichte dissonanten

Op de scheuren van haar spiegelende voorhoofd.

En vult de achtergelaten kuilen op de argeloze weg