donderdag 28 oktober 2010

Zorgeloze samenzang

Met het trillen van jouw stem,
spelend langs de dood.
Dromen met zachte handen
in het zoete gras.
De grote koude woorden
zonder stenen betekenis.
De vissen breken
op de ongelijke vlakken
van de vuilnishoop.
De sterren dansen,
vrijmoedig en ongeschonden puur
met de grote korrels zand,
de wilde strelingen
van het zoute water
glimlachen binnen
de schijnbare
splitsing
van de strijdende
atomen.

De Moeder fluistert
langs de veren.

donderdag 21 oktober 2010

Rode Tomaat voor de maskerade


















Voor het gebroken raam,
rechthoekige gedachten
ratelde door de zuiverheid
van de bron.
Een lichte bries van verdriet
bracht kleine stremmingen
tot rust.
De kerktoren sloeg diepe gaten
in de zondagsroes,
de spiegelende paradox
schudt de lach iets losser
door de dikke huid.
De bloemen groeien ongeremd
hoog in de duistere slaap,
het masker geofferd
aan de illusionaire grenzen
van de binnenkant.
De alomvattende sterren oceaan
geeft besliste aanwijzingen
naar het vergeten moederland.
Drakendoder
droomt door ingetogen vuren,
lege punten breken uit,
het zwaktebod van ingesleten verlangens
zwalkt verdwaald op de kille vloer
van het megalomane kantoor complex,
sommige lijnen wijken sterk af
richting de rentevoet van eigenbelang
ketenen zwaarder dan vermoed,
krachteloze ogen priemen vol verdriet
diep in de cynische nieuwsgierigheid.
zonder te proeven voorbij de tong.
Verloren inzichten trekken zich terug
tot de onaanraakbare binnenste ring,
fragiele krachten overstijgen het stof
tot het grenzeloze alles, tot het niets,
tot de liefde,
tot het woordloze lied.

dinsdag 12 oktober 2010

Kookeiland in zee



















Na het graaien, de zondvloed
in zachte zinnen.

Ben ik inwisselbaar?

Gevangenen van hebzucht

Verlangen naar een schaamteloze
lozing.
De engelachtige exaltatie
dwaalt door de opengebroken
straten.
Het oordeel te kwetsbaar
voor de verwaarloosde kudde
in haar overspannen slaap.
Achter de scherpe muren
van de toren is haar ziel
gevangen,
gedwongen om te dansen
in het laveloze neonlicht,
de glinsteringen van het stof
verbannen uit het licht.
Langzaam verschuiven de dingen
richting de tempel van de roos,
het geheugen van de regenboog
op weg naar bewustzijn,
de mystieke tuin
van het immanente hart,
de scherven bijeengeraapt.
(een plek bij het raam)
Het raadselachtige kind
tikt in kleine eenheden
tegen de wanden van kamer,
voor jouw tien anderen.
Consumeren, vaste lasten
de tempel brandt op.
Geen Hollander te vinden,
hoogvliegers op iedere hoek
de cijfers afgekeken.
De Afrikaanse Zon
schreeuwt tussen de oren,
slangenbeet.., slangenbeet….
de hielen lichter.
De boer gedwongen het land te misbruiken
en uit te wringen, plat te spuiten,
ze stierf omdat je te druk bezig was
met het afbetalen van een kantoorcomplex.
Door een zwart gat aan de binnenkant
in de scheuren van het systeem,
het masker,
de fluisteringen
zuchten door het vervreemde ritme heen.
(inflatie van de mystieke constructie)

Vertrouwen stamelt
door de aderen,
adem in,
adem uit.
Tijd en ruimte
gemaakt uit liefde.
(de wijzen kwamen
al vele eeuwen geen grenzen tegen)

Hoogopgeleide domheid

Ongeïnteresseerde elementen
gemanipuleerd en lekker gemaakt
om te stemmen.
(zachte plekken rotten
in de uitgerangeerde wijken)
Achter de schermen
worden de belangen overgelaten
aan het ongekozen blauwe bloed
van de verwilderde omgekochte
democratie.

Sluitingstijd

Ze stierf met glorieuze fluisteringen
uit de oudheid op haar lippen,
de vrijheid is nooit ver weg.
(de boel wordt afgebroken,
kille wind van boven)
De bovenmeester snuift de witte letters
van het volgeschreven bord.

Denk het wel!