zondag 28 december 2008

Luchtkastelen met ivoren torens


Hij twijfelt
aan de streken van het hart
de woorden buitelen in vluchtige
zinnen, blijven steken in de maag,
de vleugels van de adelborst
komen het beste tot zijn recht

in de gezongen stilte zonder vraag.


De twijfelachtig eer
werd opgeprikt in harde metalen sterren
de boom gezaagd in stevige planken
voor de aarde of het vuur,
de tijd likt aan de wonden
en proeft het radicale zuur,
de poort nog niet gevonden
de zegewagen veel te wild en werkelijk
voor de idealen van het bestuur,
te wild voor de dove, de domme en de blinde,
voor de boekenworm, de schriftgeleerde, de theoloog,
te wild voor de analyticus, de wetenschappelijk aangestuurde
in onmachtige twijfel, de angst
om in de spiegel te kijken naar de inwonende bron,
de natuurlijke zegen van dit leven
het sterrenstof dansend op de waterrijke aarde
zonder ingespoten chemische preparaten
in ijzeren karkassen of rottend vlees
om het langer te bewaren
in het streven van de magistrale Zon.


De grijze muizen,
de nissen krijgen vorm
de volgende morgen,
de waarde en de norm
de nieuwste luchtkastelen
vallen om van mateloos verlangen,
op een grote paddenstoel
rood met witte stippen
zat kabouter spillebeen
heen en weer te wippen.
“Krak!”: zei de paddenstoel,
en met een diepe zucht….

In de hemelse staat, zorgeloos
een spelend kind, vrij, onschuldig,
naakt, sluierloos, het evenbeeld,
de reflectie van het grenzeloze,
het ware is ondeelbaar,
(zonder de krankzinnige behoefte
aan goedgevulde kluizen
voor de volgende generatie
grijp grage ouwe rukkers.)

Geen opmerkingen: