Donderpreken
klagen langs haar bloeiende lippenin de mistige glans van haar huid
is het blauw als de waterrijke tuin,
langs haar wang
vluchten de zoute woorden
terug naar de roestende grond,
de bitterzoete trekken rond zijn mond
lossen op in de grenzeloze diepte
van de open wilde lijnen
langs het pad.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten