Ook aan de verschoten muren dansen de slaven, de bodemloze put gedempt besmette schepen varen naar de laveloze haven. Zonder manieren wacht de storm op de aangeslagen woorden, de overvloed verruimt de doodzieke jaren.
Zonder klachten lacht de hond, de noodklok omgesmolten in de grenzeloze zon. Het benul breekt door de dijk begraven. Het laat urgente mogelijkheden in haar luie ogen razendsnel vervagen tot omgeblazen rook.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten