zondag 8 juni 2008

Schipper mag ik over varen


De geheelden dansen binnen

Het oude schip van de berg Sion
in de onstuimige wateren van de wereldziel,
de maagdelijkheid van de grote Moeder, de geheelde.
De ontvangende mystieke roos bloeit eeuwig
in de getijdenstroom van de tuin,
het immanente evenbeeld, het grenzeloze Kind
speelt laveloos in extatische gelukzaligheid
verborgen achter haar fijnbesnaarde sluiers
in alomvattende openheid,
de liefdesbron bewust.
In de stille wortels van de oude woorden
de fluisteringen van haar naam,
zij lossen vormeloos op
in de kleurrijke manifestatie van het middelste hart.

De paradox van de regenboog sterren
overstijgt het stof van de ratio en de maskerade van de wil,
het grote verlangen naar het einde der tijden of een nieuw begin,
de horizontale lijn is verticaal gegeven
in de diepte van ons eeuwige evenbeeld,
ik ben, alfa en omega
met altijd weer een ander geweven kleed
wat ik de wereld zond
kwam weer terug,
de wet van het spinnewiel is rond en hermetisch
en in de maat der dingen ongebroken hier en nu.

In cirkels dwalen in de logica
van het niet weten
in de kindertempel van het devotionele Zijn
is een eerlijk spel verborgen
we delen brood en wijn
grenzeloos verbonden ook in naam en vorm.

rob en de spiegelmachine opgelost in
een contemplatief bezinksel of een meditatief verzinsel
2008-06-08
21:54
residu van een individu schouwend in het masker(personae)

Geen opmerkingen: