
Die gekke dingen stuiteren langs je kop in volle zinnen,
een schreeuw uit het vergroeide duister
hermetisch dichtgetimmerd in vage fluisteringen
apekool in zinkende lofgedichten
de letters op de juist opgeleide plek.
De excrementen worden opgewonden
tot een hemels licht in de aangevreten lucht.
Het hart pompt zure room in groene vergezichten
omdat het zo lekker bekt in het plastic bos van de
tekentafel,
de megalomane paniekstoornis
zwerft in de aangetaste adem van het vooringenomen
punthoofd.
De angstdromen sabbelen hebberig aan haar grote borsten.
Met draden aan de grote moederbol.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten